De asperge is sinds mensenheugenis bekend en als geneesmiddel, maar ook als delicatesse populair. In Zuid-Tirol wordt de asperge sinds het eind van de 19e eeuw in bijzonder voor deze teelt geschikte streken verbouwd, vooral in de "aspergedriehoek" Terlan, Vilpian en Siebeneich in het vruchtbare Etschtal. De voorwaarden om asperges te telen zijn zandgrond en een niet te heet klimaat. De aspergetelers steken de groenten nog voordat ze door de aarde heengebroken zijn en het zonlicht hebben gevoeld, zodat er geen verkleuring optreedt. In Zuid-Tirol wordt de koning van de groenten heel vroeg geoogst, vanaf eind maart, tot wel vier keer per dag, en belandt hij rechtstreeks en zonder omwegen op de markt en in de restaurantkeukens. Met als bijzonder voordeel dat de bijpassende wijn vlak naast de asperges rijpt, kunnen Zuid-Tiroolse restauranthouders verschillende gastronomische wensen tegelijk vervullen. Er is zelfs een "aspergewijn" in Terlan, een Sauvignon, als speciale botteling alleen voor het aspergeseizoen. In april en mei noden verschillende restaurants tot genieten van klassieke en creatieve aspergegerechten. Verse asperges geserveerd met huisham, gekookte aardappelen en Bozen-saus worden beschouwd als de "klassiekers".