Elke drie jaar trekken de pelgrims uit twaalf parochies van het Gadertal midden juni te voet over de bergpassen naar het Dolomietendal Villnös en de daaropvolgende dag verder tot aan Klooster Säben. Een religieuze traditie waarbij op de weg door de bergen oude gezangen en gebeden klinken.

De mannen van de parochies van het Gadertal ontmoeten elkaar in Pescol en marcheren over de Medalgesjoch naar St. Magdalena in het Villnösstal, waar een andere pelgrimsgroep uit het Untere Gadertal zich bij hen voegt. Deze start vanuit Untermoi en klimt over het Würzjoch naar St. Magdalena. De volledige groep wandelt verder naar St. Peter in het Villnösstal, waar de processie feestelijk wordt ontvangen door de bevolking en de muziekkapel, en elke pelgrim een slaapplaats zoekt. Vroeg in de ochtend gaat de pelgrimstocht verder naar Säben. Van daaruit gaat het terug naar St. Peter, waar nogmaals wordt overnacht.

Over de oorsprong van deze traditie 'Jeúnn' wordt aangenomen dat de processie een smeektocht was om God te vragen het graan te beschermen tegen ongedierte. Aan de bedevaart nemen gemiddeld 1.000 mannen van alle leeftijden deel, en de gezamenlijk gevierde diensten zijn een onvergetelijke ervaring voor alle aanwezigen.