De schapentrek van het Ötztal naar het Zuid-Tiroolse Schnalstal is een van de indrukwekkendste en levendigste tradities van de Alpen.
Al in de tijd van Ötzi trekken er midden juni tot wel 3.500 schapen uit de dalen van de Vinschgau en Schnals over het met sneeuw bedekte Hochjoch (2.857 m) en Niederjoch (3.019 m) naar de almen in het Oostenrijkse Ventertal die nog steeds bij de boeren uit het Schnalstal horen. De naam "Transhumance" is terug te voeren op de buitengewoon lange afstand die de dieren moeten afleggen. Drijvers, herders en honden begeleiden de kudde, die voor een deel in een tweedaagse tocht over 44 km in totaal zo'n 3.200 meter bergop aflegt en nog eens 1.800 meter bergaf. Vele sneeuwvelden en steile rots- en ijsgeulen worden overwonnen bij het oversteken van de hoofdkam van de Alpen. Half september komen de meer dan 2.000 schapen rond het middaguur aan in Vernagt, waar ze verwelkomd worden met een herdersfeest. De volgende dag trekken 1.500 schapen over het Hochjoch naar Kurzras, waar ze tussen 13 en 15 uur aankomen. BELANGRIJK: De data kunnen veranderen.