Moos in Passeier ligt op 1007 meter hoogte, helemaal aan het einde van Passeiertal en aan de rand van een alpine natuurlandschap. In het noorden grenst de gemeente aan Oostenrijk en daarvandaan is hij ook bereikbaar via de Timmelsjoch. De belangrijkste plaats Moos ligt op de bodem van het dal, tussen de weiden en omgeven door de rotsmassieven van de Stubaier en Ötztaler Alpen. De dorpen Moos, Pfelders, Platt, Stuls, Rabenstein, Ulfas, Hütt en Pill behoren tot deze grootste gemeente van Zuid-Tirol.

Kenmerkend voor Moos zijn vooral de levende tradities. Bij feestelijke gelegenheden en concerten dragen muzikanten, leden van schutterijen en ‘Schneeberger Knappen’ (mijnwerkersvereniging) nog steeds hun oorspronkelijke kledij.

Vreedzame idylle

Rust is het steekwoord bij een vakantie in Moos, Platt, Pfelders of Stuls, een deel van de gemeente dat vooral bekendstaat om zijn vele zonne-uren. De boeren bedrijven op traditionele wijze veeteelt en melkveehouderij. Van de melk wordt door de plaatselijke kaasmakerijen kruidige kaas gemaakt, maar soms doet de boer dit zelf. Twee boerenhoeven in Moos in Passeier zijn nog steeds uitsluitend bereikbaar via een goederenkabelbaan, vanuit de Timmelsjochstraße. Moos heeft zich aangesloten bij het netwerk ‘Alpine Pearls’/’Perlen der Alpen’ dat is gewijd aan een stressvrije en duurzame vorm van toerisme. Daarbij mogen vakantiegangers rustig hun auto laten staan.
Wie bij rust in het hooggebergte denkt aan eentonigheid, of zelfs verveling, zal door een verblijf in een vakantiewoning of Kamer in Moos in Passeier absoluut op andere gedachten worden gebracht. Zo kent elk dorpsfeest het zogenaamde ‘Ranggeln’. Hierbij gaat het niet om een ordinaire vechtpartij, maar om een traditionele vechtsport waarbij de jonge mannen hun krachten meten. Het schijnt dat het ‘Ranggeln’ is ontstaan uit oeroude rituelen voor de huwelijksbemiddeling. 
Een andere belangrijke gebeurtenis in het dorp is de ‘Almabtrieb’ in de herfst, als de feestelijk versierde koeien van hun zomerse verblijf in de hoge almen terugkeren naar het dal. De boerinnen gaan aan de slag met een veelheid aan traditionele recepten en de Passeirer ‘Goaßlschnöller’ laten hun ‘Goaßln’ (zwepen) knallen. Bij dit alles zorgt de muziekkapel voor een sfeervolle omlijsting.

Wandelparadijs en winterdroom 
In het wandelparadijs Moos kan de vakantieganger kiezen uit talloze Alm- en Hütten-routes, evenals een aantal pittige bergtochten. Een wandeling in het Natuurpark Texelgruppe op de Meraner Höhenweg via Ulfas kan goed worden ondernomen vanuit Moos in Passeier. Dat geld ook voor de route naar de Stieber Watervallen, of de nog imposantere Stuller Watervallen. Gezinnen met kinderen kunnen terecht op de talrijke almen, omringd door alpenrozen. In Platt zijn veel gletsjermolens (gaten in de rotsen) die tot drie meter breed zijn, en duizenden jaren geleden door het ijswater zijn uitgesleten. De enorme kracht van het water ziet men ook op de route van Moos naar St. Leonhard, middels de kloof die de rivier de Passer in de loop van duizenden jaren in de rotsen heeft uitgesleten. 
Wie een pittige tocht aandurft, kan een deel van de Europese wandelroute (‘Fernwanderweg’) E5 lopen. Ook een route over de bergpas Timmelsjoch is mogelijk. Mountainbikers vinden in het hooggelegen biketrail boven de Eisjöchl in het Pfelderer Dal een uitdaging.
Ook in de winter is een verblijf in een vakantiewoning of een kamer in Moos in Passeier absoluut de moeite waard. De boeren laten zich graag observeren bij hun winterse arbeid, bijvoorbeeld in de stallen. Verder heeft het gebied ’s winters een heel speciale bekoring dankzij het besneeuwde natuurlandschap, met zijn ‘langlaufloipen’ (langlauftrajecten) en het gezinsvriendelijke skigebied in Pfelders. En in Rabenstein bevindt zich een van de grootste ijskliminstallaties van Europa."